Het is niet perse het geval dat iedereen met een tuin een buitenkraan zou moeten bezitten. Toch komt een buitenkraan al snel van pas, zelfs als je alleen maar enkele sierpotten met groen in de tuin hebt staan. De buitenkraan betekent simpelweg een stuk comfort. Niet langer hoef je dagelijks met watergieters aan de slag, je koppelt gewoon een tuinslang aan de buitenkraan waarmee je de planten van water voorziet. Daarbij nemen steeds meer mensen een zwembad in de achtertuin, deze vul je eveneens met een tuinslang via de buitenkraan. Maar hoe leg je nu precies een buitenkraan aan? We nemen het met je door in dit artikel.
Welke buitenkranen zijn er?
Voordat je over de aanleg van een buitenkraan nadenkt is het van te voren handig om te bepalen welk type buitenkraan het beste bij jouw situatie. De volgende buitenkranen worden vaak gekozen:
Vorstvrije buitenkraan. Met deze buitenkraan hoef je je geen zorgen meer te maken om bevroren leidingen.
Buitenkraan met sleutel. Komt de buitenkraan op een plek waar anderen ook toegang tot hebben, dan is de buitenkraan met sleutel een handige optie.
Dubbele buitenkraan. Dit is vooral handig indien je niet telkens de tuinslang los wilt koppelen van de kraan. Zo is er altijd een extra kraan aanwezig voor overig gebruik.
Een buitenkraan installeren
Een buitenkraan is zelf te installeren mits je technisch inzicht hebt. Houd voordat je begint rekening met de positie van de te plaatsen buitenkraan. Plaats hem hoger dan de bestaande leiding en minimaal 50 cm. vanaf de grond – dit gegeven is belangrijk om het water te kunnen aftappen ’s winters om bevriezing tegen te gaan.
Aandachtspunt: let op dat je de hoofdleiding afsluit voordat je gaat beginnen!
De leiding van de buitenkraan wordt aan de bestaande waterleiding gekoppeld binnenshuis, d.m.v. een t-stuk. Om dit bereiken zaag je met een pijpsnijder de bestaande waterleiding door, zodat het t-stuk er tussen past. Van te voren zul je moeten bepalen hoeveel buizen en bochten je hiervoor nodig hebt.
Boor een gat in de muur met een klopboormachine voorzien van grote steenboor. Vanaf de buitenzijde boor je enigszins schuin naar boven – en boor vanaf de binnen- en buitenzijde het gat nog wat groter, om de koppelingen beter te laten passen.
Vervolgens kun je de muurplaat vastzetten met een boor aan de buitenzijde, hiervoor zijn pluggen en schroeven nodig
Nu kun je de kraan vastzetten, ga als volgt te werk: plaats teflontape op de schroefdraad van de buitenkraan; wikkel het ca. 3 maal met de klok mee om de schroefdraad zodat de kraan niet kan lekken. Vervolgens schroef je de kraan in de muurplaat.
Nu kun je de bestaande waterleiding inzagen op de positie waar de verbinding komt. Plaats hier het t-stuk van de knelkoppeling.
De knelkoppeling kan nu gemonteerd worden, zodat de verbinding met de bestaande waterleiding gemaakt kan worden.
Nu kunnen de koperen buizen en bochten op maat gemaakt worden en naar het gat van de buitenmuur geleid worden. Als alles goed past schroef je de onderdelen aan elkaar.
Tot slot controleer je of de kraan niet lekt. Dit doe je door de hoofdkraan weer aan te zetten en de buitenkraan aan te zetten.